Icoon Arbeid

Arbeid

Elke vrouw moet financieel onafhankelijk zijn en haar kwaliteiten op de arbeidsmarkt waar kunnen maken.”

Het kabinet streeft naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen op het gebied van arbeid en inkomen en zet zich in voor een gelijke deelname van vrouwen op elk niveau. De vooruitgang die hierop wordt geboekt, is tot nu toe te bescheiden. Het vergroten van de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt is cruciaal om die gelijkheid te bereiken. De coronacrisis heeft dit weer eens indringend zichtbaar gemaakt. Er zijn nog steeds grote verschillen tussen mannen en vrouwen ten aanzien van het gemiddelde aantal uren dat zij werken, de functies waarin zij terechtkomen en het loon dat zij ontvangen. Het is nog onduidelijk wat de precieze effecten van de coronacrisis zijn op de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het CPB heeft echter wel vastgesteld dat in de eerste fase van de lockdown (maart en april) vrouwen 16% minder uren werkten, terwijl de daling bij mannen 11% was. De ongelijkheid in formele uren tussen vrouwen en mannen is daardoor toegenomen. Daar staat tegenover dat CBS-gegevens aantonen dat er van maart op april meer mannen dan vrouwen werkloos zijn geworden. De effecten van de coronacrisis geven tot nu toe kortom een gemengd beeld. Mijn collega’s van SZW en ik zullen de effecten van de financiële noodsteun monitoren en evalueren, daarbij zal waar relevant en mogelijk specifiek aandacht zijn voor verschillen tussen mannen en vrouwen. 

Aandeel van vrouwen dat werkt   In Nederland is het aandeel vrouwen dat (voltijds) werkt 63,2 %.  Dit percentage is afkomstig uit de cijfers van het CBS over het verschil van arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen in 2018.

Om verschillen te verkleinen is het van belang dat mannen en vrouwen dezelfde kansen hebben om financieel zelfstandig en onafhankelijk[1] te zijn. Arbeidsparticipatie en een betere balans van zorg en werk tussen mannen en vrouwen dragen daaraan bij. Hoewel de meeste mannen en vrouwen in Nederland zeggen dat ze de zorgtaken gelijker willen verdelen, zijn het veelal vrouwen die voorzien in de zorg voor het gezin en naasten. En vrouwen die in kleine deeltijdbanen werken, verdienen veelal niet genoeg om economisch en financieel zelfstandig te zijn. Gelijke deelname van vrouwen is ook belangrijk in topposities. De doorstroom van vrouwen naar de top gaat echter te traag, terwijl divers samengestelde teams komen tot betere besluiten en betere resultaten. Daarmee doen we niet alleen vrouwen, maar ook de economie en de samenleving als geheel tekort.

Hieronder beschrijf ik de voortgang op het thema ‘arbeid’ vanuit de indeling: arbeidsparticipatie, gelijk loon, financiële onafhankelijkheid en topvrouwen.


[1] Je bent economisch zelfstandig als je 70% van het minimumloon bij voltijdswerk verdient. Je bent financieel onafhankelijk als je 100% van het minimumloon bij voltijdswerk verdient.