
Europees en internationaal beleid
Aandacht voor LHBTI- en gendergelijkheid blijft belangrijk, ook voorbij de Nederlandse grenzen. De rechten en positie van LHBTI-personen binnen en buiten Europa staan onder druk. Hard bevochten rechten van vrouwen, meisjes en LHBTI-personen zijn binnen de EU en de VN opnieuw punt van discussie en dat is zorgelijk. Het kabinet blijft zich internationaal inzetten voor rechten van vrouwen en meisjes en gelijke rechten van LHBTI-personen. Verder verwelkomt het kabinet de genderstrategie die door de Europese Commissie is opgesteld in maart 2020.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
- Samen met gelijkgestemde Europese collega’s zal ik de noodzakelijke steun bieden aan de Europese lhbti-netwerkorganisaties en de uitwisseling van goede wetgevings- en praktijkvoorbeelden verder stimuleren. Op initiatief van OCW ondersteunen nu ook andere overheden in Europa de Europese lhbti-netwerken. Activiteiten van deze Europese netwerken richten zich vooral op lotgenotencontact, deskundigheidsbevordering en voorlichting. Zo ondersteun ik onder andere de activiteiten van ILGA-Europe en IGLYO-Europe.
- Daarnaast is het door de Nederlandse overheid opgerichte Europese LHBTI Focal Points Netwerk[25] op initiatief van OCW en met steun van gelijkgezinde lidstaten per 2020 ingebed bij de SOGI-Unit van de Raad van Europa.
- Verder heb ik op uitnodiging van de Europese Commissie tijdens de Europese LHBTI-conferentie onder meer aandacht gevraagd voor de eerbiediging van het vrije verkeer van paren van hetzelfde geslacht in de Unie.
- Dit jaar stond de 64ste ‘Commission on the Status of Women’ (CSW64) in het teken van het 25e jubileum van de Beijing declaration en Platform for Action (BPfA). Samen met de Minister President van Aruba en de minister van sociale ontwikkeling, arbeid en welzijn van Curaçao zou ik naar de VN afreizen om het belang van een versnelde implementatie van de BPfA te benadrukken. Dit is helaas niet doorgegaan wegens de coronacrisis. Wel is er een politieke verklaring aangenomen waarin de lidstaten nogmaals de steun voor de BPfA uitspreken. Het betreft een tekst op hoofdlijnen dat eerdere ambities herbevestigd, onder meer op het terrein van economische zelfstandigheid. Nederland heeft er samen met gelijkgezinde landen voor gezorgd dat regressieve taal op het gebied van gender en vrouwenrechten uit de tekst bleef. Verder heeft Nederland via een geschreven verklaring ingezet op het uitstellen van een aantal onderdelen van de CSW64, waaronder de activiteiten rond het 25-jarig jubileum, tot en met de volgende CSW in maart 2021. Een belangrijke drijfveer was om sociale partners wereldwijd, waaronder het Nederlandse maatschappelijk middenveld, de kans te bieden op gepaste wijze stil te staan bij het jubileum van het BPfA, best practices uit te wisselen en bij te dragen aan het formuleren van de ambities van de VN op het terrein van gendergelijkheid.
- Het adviescomité voor gendergelijkheid (EU) heeft een opinie geschreven over Artificiële Intelligentie (AI) en gender. Nederland is voorzitter van het Europese schrijfteam. De opinie is in maart 2020 door de adviescommissie aangenomen en legt de bias in AI uit en geeft een aantal aanbevelingen om de bias op gender tegen te gaan. Samen met de Europese Commissie zal ik in het najaar een bijeenkomst organiseren voor beleidsmedewerkers uit EU-lidstaten om best practices op dit gebied met elkaar te delen.
- In 2019 is Nederland het onderwerp geweest van een rapportage over de naleving van het Verdrag van Istanbul (Verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en meisjes). Het rapport keek naar de volle breedte van het beleid ter bestrijding van gendergerelateerd geweld. In januari 2020 is het rapport gepubliceerd. Hierin werd de aanhoudende inzet van Nederland op dit terrein geprezen, maar werd ook kritiek geuit op onder andere de genderneutraliteit van het beleid. In de reactie op het rapport heeft Nederland aangegeven in het najaar inhoudelijk in te zullen gaan op de afzonderlijke aanbevelingen.
[25] Een intergouvernementeel netwerk dat zich focust op de uitwisseling van praktische en beleidservaringen.