Financiële onafhankelijkheid

“Meer vrouwen zijn financieel onafhankelijk.

Het vergroten van de economische zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid[1] van vrouwen is een belangrijk speerpunt in mijn emancipatiebeleid. Economische zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid dragen niet alleen bij aan financiële weerbaarheid en zelfredzaamheid maar geven vrouwen ook de vrijheid om eigen keuzes te maken in het leven. De Emancipatiemonitor laat zien dat de positieve trend die al eerder was ingezet, tijdens de afgelopen kabinetsperiode sterk door heeft gezet: de economische zelfstandigheid van vrouwen is verder toegenomen, van net geen 61% in 2017 naar bijna 64% in 2019. Ook de financiële onafhankelijkheid van vrouwen is toegenomen; van 50% in 2017 tot bijna 53% in 2019. Het emancipatiebeleid heeft hieraan bijgedragen met de volgende maatregelen:

  • Samen met SZW heb ik er voor gezorgd dat er met het NWA-programma economische veerkracht wordt ingezet op het krijgen van inzicht in de mogelijkheden voor het positief beïnvloeden van economische veerkracht van vrouwen. Daarnaast wordt er binnen het ZonMw kennisprogramma Vakkundig aan het Werk onderzoek gedaan naar effectieve werkwijzen en interventies om de economische zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen. Binnen beide programma’s is ook aandacht voor laagopgeleide vrouwen en vrouwen met een migratie-achtergrond.
  • Educatie voor Vrouwen met Ambitie (EVA) legt de verbinding tussen empowerment en (taal-, reken- en digitale) basisvaardigheden en de doorstoom naar werk. Gemeenten kunnen EVA opnemen in hun plan van aanpak.
  • Ook de maatregelen gericht op uitbreiding van uren door deeltijders dragen bij aan meer financiële onafhankelijkheid.

Voor het vergroten van de economische zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid van vrouwen is het cruciaal dat vrouwen betaald en kwalitatief goed werk (met duurzame contracten) hebben. De verwachting is dat de effecten van de coronacrisis hier een remmende invloed op hebben. Crisis of niet, het is onverminderd belangrijk om in de toekomst in te blijven zetten op economische zelfstandigheid.

  • Het ontwikkelen en verspreiden van effectieve interventies voor arbeidstoeleiding alleen is daarvoor niet genoeg. Er is een meer integrale aanpak nodig.
  • Het is van belang aandacht te hebben voor een intersectionele[2] benadering, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen tussen vrouwen: bijvoorbeeld naar migratieachtergrond, opleidingsniveau, leeftijd, of het hebben van een arbeidsbeperking.
  • De overheid dient daarbij aandacht te hebben voor dilemma’s die breed spelen rond de keuze om al dan niet (meer uren) te gaan werken. Bijvoorbeeld met betrekking tot kinderopvang en marginale druk.

[1] Voor economische zelfstandigheid ligt de grens op 70 procent van het minimumloon, voor financiële onafhankelijkheid op 100 procent
[2] Een benadering waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke achtergrondkenmerken van verschillende groepen vrouwen en de wijze waarop deze op elkaar inwerken

Meer weten