Allianties

In 2018 is gestart met de financiering van een aantal thematische allianties die actief zijn op verschillende onderdelen van het emancipatiebeleid. Deze omslag van financiering van afzonderlijke organisaties naar het financieren van samenwerkingsverbanden tussen organisaties, had een aantal redenen. Ten eerste de wens om de versnippering van subsidiegeld tegen te gaan, daarnaast om beter te kunnen sturen op de inhoudelijke emancipatiedoelstellingen. Ook gaf deze manier van financieren meer organisaties de kans te profiteren van de instellingssubsidie en ten slotte zorgde deze manier van financieren voor een versterkte samenwerking tussen organisaties onderling. Deze omslag heeft geleid tot de selectie van acht allianties die voor 5 jaar instellingssubsidie ontvangen (2018 – 2022).

Het was voor het ministerie van OCW de eerste keer dat er op deze manier werd samengewerkt. Om een eerste beeld te krijgen van deze werkwijze heb ik halverwege de looptijd van de allianties een procesevaluatie uit te laten voeren. Deze procesevaluatie is in december 2020 door het Verweij-Jonker Instituut opgeleverd. De belangrijkste hoofdconclusie uit het rapport is dat de werkwijze van allianties door verschillende partners als positief wordt ervaren. De belangrijkste deelconclusies en aanbevelingen zijn:

  • Het werken met de strategische partnerschappen heeft geleid tot meer focus en stroomlijning, en tot minder versnippering van subsidiegeld.
  • Er is met name meer inhoudelijke sturing op doelen gerealiseerd in de fase van de subsidieaanvragen; na de start van de allianties wordt er minder sturing vanuit het ministerie ervaren, waar sommige organisaties wel behoefte aan hebben.
  • De samenwerking tussen maatschappelijke organisaties betrokken bij de uitvoering van het emancipatiebeleid, is versterkt.
  • De meeste allianties bestaan uit zowel gevestigde als kleine en nieuwere organisaties. Dit betekent dus dat kleinere organisaties nu ook een vorm van instellingssubsidie krijgen.

Naast deze conclusie t.a.v. de belangrijkste motieven om over te gaan tot de financiering van allianties, geeft het rapport ook een aantal aandachtspunten mee voor de toekomst. De belangrijkste zijn:

  • Vraag de allianties weer om een Theory of Change te ontwikkelen. Dit was weliswaar een behoorlijke klus. Maar de allianties geven aan hier veel profijt van te hebben gehad.
  • Denk na over de frequentie van het contact tussen het ministerie en de allianties. Ook hier zijn de behoeften verschillend, maar een deel van de alliantiepartners geeft aan frequenter overleg met de contactpersonen van het minister op prijs te stellen.
  • Denk na over de vraag hoe ruimte gemaakt kan worden in de regeling voor nieuwe onderwerpen en nieuwe organisaties.

De aanbevelingen zullen nog met de allianties zelf worden besproken. Op basis hiervan wordt bekeken of en hoe ze meegenomen kunnen worden in een nieuwe regeling.

De inhoudelijke opbrengsten van de verschillende allianties zijn te vinden bij de verschillende inhoudelijke thema’s.

1. Alliantie Gezondheidszorg op Maat (WOMEN Inc., COC, Rutgers)
Gericht op een gendersensitieve en LHBTI-sensitieve gezondheidszorg.

2. Samen werkt het (WOMEN Inc., Movisie, Wo=men, Proefprocessenfonds Clara Wichman, NVR)
Gericht op het stimuleren van mannen en vrouwen, in het bijzonder financieel kwetsbare vrouwen, om de mogelijkheden te benutten voor het combineren van arbeid en betaalde zorg.

3. Act4Respect (Rutgers, Atria)
Gericht op de preventie van gender gerelateerd geweld bij jongeren en jongvolwassenen, zowel via algemene preventie als bij risicogroepen gericht op (potentiële) slachtoffers en daders.

4. Werk.en.de.toekomst (Atria, VHTO, Emancipator, NVR)
Gericht op het doorbreken van genderstereotiepe beeldvorming in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.

5. Gedeelde trots, gedeeld geluk (COC, Transgender Netwerk Nederland, NNID)
Gericht op sociale acceptatie en veiligheid van LHBTI’s.

6. Verandering van binnenuit (Movisie, Consortium Zelfbeschikking)
Gericht op het bevorderen van de sociale veiligheid en de acceptatie van LHBTI- en gendergelijkheid in vluchtelingen- en migrantengemeenschappen. In het Consortium is een groot aantal organisaties vertegenwoordigd uit o.a. de Turkse, Marokkaanse en Hindoestaanse gemeenschappen.

7. Bronnen van verandering (Atria)
De bibliotheek en archieffunctie op het terrein van gender(gelijkheid).

8. LGBT Heritage (IHLIA)
De bibliotheek en archieffunctie op het terrein van LHBTI.

Meer weten